Connaissances et astuces — aaltjes

De levensduur van aaltjes (nematoden) hangt af van verschillende factoren, zoals de soort, de omstandigheden in de bodem en de beschikbaarheid van voedsel. Over het algemeen blijven aaltjes enkele weken tot een paar maanden in de bodem leven. Als de aaltjes voldoende prooi (zoals insectenlarven) kunnen vinden, kunnen ze zich voortplanten en hun populatie in stand houden. Zodra de prooi is opgeruimd, sterven de meeste aaltjes binnen enkele weken. Ze hebben namelijk geen voedsel meer om zich van te voeden. Daarnaast kunnen aaltjes in bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij kou of gebrek aan voedsel) in een soort rustfase gaan, waarin ze...

Het beste tijdstip om aaltjes te gebruiken is in de vroege ochtend of late namiddag, wanneer de temperatuur lager is en de zon niet te sterk schijnt. Dit is belangrijk omdat aaltjes gevoelig zijn voor droogte en hoge temperaturen. In direct zonlicht kunnen ze snel uitdrogen en hun effectiviteit verliezen. Daarnaast is het belangrijk om de bodem ongeveer twee weken vochtig te houden na het toepassen van de aaltjes. Dit helpt de aaltjes om zich goed door de bodem te verplaatsen op zoek naar hun prooi. Zorg ervoor dat je niet te veel water geeft, want te veel vocht kan...

Aaltjes kun je het beste gebruiken wanneer je last hebt van bepaalde bodem gebonden plagen, zoals engerlingen, emelten en slakken. De ideale momenten om ze in te zetten zijn: Voor het groeiseizoen: Aaltjes kunnen het beste worden toegepast voordat je planten in volle groei komen. Dit is vaak in het vroege voorjaar of in het najaar, wanneer de plagen zich nog in de bodem bevinden of net beginnen te ontwikkelen. Wanneer je symptomen van een plaag opmerkt: Als je merkt dat je planten verwelken, geel worden of niet goed groeien, kunnen dit tekenen zijn van insectenlarven die zich in de wortels...

Aaltjes (nematoden) zijn piepkleine, wormachtige beestjes die je met het blote oog nauwelijks kunt zien. Ze zijn vaak niet groter dan 0,1 tot 1 millimeter en hebben een doorschijnend, langwerpig lichaam zonder segmenten, waardoor ze er onder de microscoop een beetje glibberig uitzien. Wat ze bijzonder maakt, is dat sommige soorten een scherpe steeksnuit hebben om plantenwortels of insectenlarven binnen te dringen. Gelukkig gebruiken de nuttige aaltjes deze eigenschap alleen om plagen zoals engerlingen en slakken te bestrijden! Ze bewegen zich voort in een dun laagje water in de bodem, op zoek naar hun prooi of een geschikte plek om...